Tingvall Trio; Martin Tingvall: piano, Omar Rodriguez Calvo: bas, Jürgen Spiegel: drums

Hete klanken uit het noorden

Over Scandinavische jazz bestaan hardnekkige vooroordelen. Het zou tegenwoordig vooral gaan om fluisterende feeën, mijmerende trollen en eeuwig zingende bossen. Om te beginnen vergeten we dan dat in Europa Zweden in de jaren vijftig voorop liep qua bebop. En we vergeten tevens meer recente dynamische bands als EST, die de zaak behoorlijk grondig omgeploegd hebben.

Ook het internationale Tingvall Trio kunnen we in die laatste categorie onderbrengen. Want bassist Omar Rodriguez Calvo komt oorspronkelijk uit Cuba en drummer Jürgen Spiegel uit Duitsland, maar pianist Martin Tingvall is Zweed en schrijft de composities. Wanneer zij de zingende bossen intrekken is dat om er brandhout van te maken, of er op z’n minst van het dikste hout planken te zagen. De geesten van het stuk ‘Spöksteg’ zijn geen wazige watjes, maar alleszins weerbare wezens die je een welgemikte watjekouw op je waffel kunnen toedienen. De muziek van Tingvall wortelt, behalve in de jazz, met haar vele repeterende figuren ook in rock, folk en zelfs new age. Maar dan dus met de energie van een Saab Viggen. In hun enthousiasme vertonen de muzikanten de neiging de tempi op te drijven. En dan dreigen ze het onderlinge verband kwijt te raken.

Voor Tingvall zelf en ook voor Spiegel was de tocht naar het Platformtheater een soort sentimental journey. Achttien jaar geleden studeerden ze aan het Groninger conservatorium en destijds golden ze reeds als wonderkinderen. In het nummer ‘Beat Train’ zat de drummer erbij alsof hij een Romeinse menner was van een zesspan, eropuit Charles Heston al roffelend en ratelend in de wielen te rijden. Laat die Heston maar uitkijken: deze Duitser houdt niet van gevangenen.
In ballads als ‘Beat’ gaat het er nauwelijks minder zachtzinnig aan toe. Met zijn felle toucher, in combinatie met een uitgekiend pedaalgebruik, laat Tingvall de vleugel als een metalig carillon klinken. Zo lijkt het of hij hoger gestemd is.

Zo op het oor wordt er betrekkelijk weinig geïmproviseerd. De composities klinken alsof ze gezamenlijk zijn ontwikkeld en ik kan me voorstellen dat ze geleidelijk evolueren. Alles is meer orkestraal geconcipieerd dan improvisatorisch tot stand gekomen.

Een tijd geleden speelde de discussie of de mens een snelheid groter dan die van een paard kon overleven. Welnu, het Tingvall Trio heeft bewezen, dat zulks wel degelijk tot de mogelijkheden behoort.

Tekst: Eddy Determeijer voor draaomjeoren.nl

Foto’s: Willem Schwertmann

[AFG_gallery id=’12’]