"The saddest place on earth"

De subsidie van de gemeente is verhoogd, niet tot het in het beleidsplan begrote bedrag van fl 60.000 maar tot slechts fl 45.000. De geleidelijke stijging naar fl75.000 in 1982 is door de gemeente vanwege bezuinigingen ook teruggedraaid. De Stichting heeft dit jaar ruim fl 45.000 ter beschikking voor de organisaties van wekelijkse concerten, workshops en clinics.

The saddest place on earth
Groningen heeft een bloeiende jazzcultuur in 1980: er vormen zich steeds meer jazzgroepen, er is een grote deelname aan de workshops en er is een groeiende publieke belangstelling voor de concerten.
De Spieghel wordt niet alleen gebruikt voor SJIG-concerten maar ook als oefenruimte voor bands en voor workshops en clinics. Overigens is na een jaar de aanvankelijke euforie over De Spieghel alweer wat getemperd. Er zijn “problemen van huishoudelijke aard” en de SJIG gaat voorzichtig weer nadenken over een andere locatie maar gesprekken met exploitante Jetske leiden voorlopig tot voortzetten van het gebruik van De Spieghel.

Er speelt een aantal problemen in De Spieghel die tot voortdurende irritaties leiden.  Ten eerste de slechte kwaliteit van de accommodatie: muren zijn beschimmeld, wc’s en bierglazen zijn altijd vies, de achterzaal waar de concerten plaatsvinden en dat als filmzaal dient is in zeer slechte staat en er is een slechte ventilatie terwijl er volop wordt gerookt. En er is geen barretje in het achterzaaltje. Eigenlijk kun je er met goed fatsoen geen professionele muzikanten ontvangen vindt de SJIG.
Gitarist Jimmy Raney noemt het zaaltje in 1982 als hij er moet spelen “The saddest place I’ve ever seen in my life”. Jetske maakt geen haast om het te verbeteren.
Irritanter is het voor de SJIG en voor de filmclub dat Jetske de bovenzaal verhuurt voor feesten terwijl er beneden een concert of film is. Voor het jeugdtheater blijkt het plafond te laag.
Jeugdtheater en het filmhuis zoeken elders een onderkomen, de SJIG blijft vooralsnog. En het publiek en muzikanten vinden het blijkbaar allemaal wel meevallen, ze komen en er spelen er graag en De Spieghel bouwt een reputatie op.

Oosterpoort
De gesprekken met de Oosterpoort worden beëindigd naar aanleiding van een discussiestuk van Oosterpoort- programmeur Joop Veuger over de invulling van de jazzmarathon dit jaar. Het SJIG-bestuur ziet niets in het plan van Veuger om een aantal Amerikaanse en Nederlandse componisten composities voor de marathon te laten schrijven. Ook directeur Ton Post voelt er niets voor en hij besluit half januari Adriaan de Voogd te vragen de jazzmarathon te programmeren.
Het programma voor het “rampjaar” 1980/’81 van De Oosterpoort belooft weinig goeds volgens het Nieuwsblad van 12 september ‘80: “Bedenkelijk veel dixieland en TROS-jazz” .

Prijzen
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel in 1980.  Er worden weer prijzen uitgedeeld, volgends de SJIG weliswaar niet haar verdienste maar wel een positief gevolg van de bijdrage van de SJIG aan een goede muzikale voedingsbodem in Groningen.
Pianist Rein de Graaf uit Veendam krijgt de jaarlijkse Boy Edgarprijs omdat hij zich volgens de jury “ruim 20 jaar consequent, integer en op hoog niveau bezig heeft gehouden met de ontwikkeling van een muzikale taal” en het rapport karakteriseert hem als “een musicus die de tradities en verworvenheden van de Afro-Amerikaanse muziek op geheel eigen wijze heeft uitgewerkt”.

Rein de Graaf in Brouwerij Martinus, Groningen, 2019. Foto Willem Schwertmann

Het Oldambster Swing triptet bereikt in augustus de finaleplaats op het Loosdrechts jazzfestival. Volgens een bericht in het Groninger Stadsblad van 17 april 1991 was het niet op het Loosdrechts jazzfestival maar op het Meervaartfestival in Amsterdam.
De voorzitter van de SJIG, Jos Andriessen, overhandigt “Het Gulden Ventiel” dit jaar aan de uit Canada afkomstige Alan Laurillard voor zijn verdiensten op jazzgebied in Groningen, met name voor zijn werk als leider van het Workshop Orkest sinds 1975.

Grand Theater gekraakt
De voormalige bioscoop aan de Grote Markt, het Grand Theater, is al een drie jaren dicht en sindsdien is er nooit meer een film gedraaid, verder gebeurt er niets met het pand. Totdat een groep van 50 jongeren besluiten het pand open te breken en weer in bezit te nemen. Kennelijk goed voorbereid want nadat het pand met bemiddeling van wethouder Thewis Wits weer is voorzien van gas, water en licht is er dezelfde avond begin juni al een programma in het provisorisch verlicht pand: pop (Phoney and the Hardcore), cabaret (Supertamp) en impro (Harry de Wit c.s.). Het begin van een nieuw jazzpodium in de stad.

Concerten
De SJIG organiseert in de Spieghel 25 concerten, waaronder het Willem Breuker Trio, de flamboyante Amerikaanse pianiste Dorothy Donegan, Cecil Payne, Hans Dulfer, Charlie Rouse met begeleiding van Rein de Graaf, Koos Seriese en Erik Ineke. Na een matte start en een niet optimaal afgestelde geluidsinstallatie leidde het concert van Rouse volgens het Nieuwsblad alsnog tot een “stevige en stijlvolle demonstratie Bop” Maar wel met het geluid van een feestje boven…

Dorethy Donegan in De Spieghel Foto Sem van Gelder

Verder nog speelden o.a. Don Pullen met George Adams, Lou Donaldson en Teddy Edwards.

Lou Donaldson in De Spieghel. Foto Sem van Gelder

 

In VERA programmeerde de SJIG het orkest van Sun Ra en de nog jonge maar veelbelovende zangeres Abbey Lincoln. Op Eddy Determeyer maakt ze een grote indruk.

Op de Zomermanifestatie Rockin’ Dopsy and the Cajun twisters, het kwartet van Von en Chico Freeman, het Red Holloway Quartet en Walter Washington/Lasley Brothers R & B Band.
De jazzmarathon op 23, 24 en 25 mei wordt met de aanstelling van Adriaan de Voogd vooral door de SJIG ingevuld. Het Nieuwsblad kopt na de marathon “Jazzmarathon sterker dan ooit”.
Er zijn “sensationele” optredens van o.a. bluesmannen David Honeyboy Edwards en Eddie Shaw and the Wolf Gang. En vernieuwende jazzmannen als Ray Anderson, Lester Bowie, James Blood Ulmer, Idris Ackamoor, Kahil El’Zabar en Odeon Pope.